‘Majhong is strategischer dan Catan, sympathieker dan poker en mooier dan klaverjassen’

Het is Eindelijk Weekend. Singer-songwriter Maaike Ouboter (26) speelt eindeloos mahjong met haar broer, neef en schoonzus.
Zondagmiddag, prachtig weer, in de bloei van je leven maar een beetje brak, dus wat doe je dan? Mahjongen natuurlijk. Maaike: ‘Dat is zo lekker: je hebt geen energie om allerlei dingen te ondernemen, maar omdat je een spelletje doet, hoef je je daar niet schuldig over te voelen.’

Voor wie het niet kent: bij mahjong moet je eerst een muur bouwen, dan setjes verzamelen, er is iets met seizoenen en winden, de spelers roepen soms ineens kong, pung of chow en verder is er een ingewikkelde puntentelling die neef Jaap (28) het beste kent. Broer Kees (29): ‘Dat verklaart misschien ook waarom hij het meest wint.’

Dat, of omdat de hele familie uit hardcore spelletjesmensen bestaat: er zijn foto’s waarop ze als kleuter al bij opa en oma aan tafel zaten te mahjongen. Wel zijn er wat onduidelijkheden over waarom het spel zo bij de familie is gaan horen (‘Opa was zendingsarts op Sulawesi, waarschijnlijk heeft hij het meegenomen’), wat mahjong betekent (‘Eh…’) en waarom mahjong in tegenstelling tot poker nooit echt is doorgebroken in Europa. Dat laatste is hoe dan ook onverdiend, want majhong is strategischer dan Catan, sympathieker dan poker en het ziet er mooier uit dan klaverjassen. Ook gehoord: het duurt tenminste niet zo lang, de steentjes liggen lekker in de hand én het is fijn om dingen te verzamelen. Verder kunnen ze allemaal behoorlijk driftig zijn (Jaap: ‘grimmig zelfs’) en heeft iedereen zo zijn eigenaardigheden (Kees zit tijdens het spelen de hé-le tijd op zijn telefoon, Maaike beslist zo traaaaag), maar verder blijft het gezellig, en bovendien wordt er tussendoor volop koffie gedronken, drop gegeten, muziek geluisterd, gediscussieerd en gelachen, en voor je het weet is het alweer tijd voor een borrel. O, en voor wie het zich afvraagt: letterlijk vertaald betekent mahjong kibbelende mus. Komen ze toch nog een beetje buiten.

Bron: Volkskrant (26 april 2018)